Supercar

Marcel van der Lyke wil vooral genieten

10:06 30-07-2022

De bestuurders van de Zilhouettes in de Sportklasse van de Supercar Challenge vormen een compacte hechte groep mensen die gezelligheid en kameraadschap hoog in het vaandel hebben staan. Voor Marcel van der Lyke is het een club waar hij zich thuis voelt door de goede sfeer die er hangt. Hij ziet voor zichzelf nog wel wat verbeteringen, maar blijft daarnaast realistisch. Want op de eerste plaats staat bij hem met stip het plezier op en naast de baan.

In het dagelijks leven is 46-jarige Marcel van der Lyke vastgoedondernemer. Via zijn bedrijf Groningse Panden is hij in de autosport beland via zijn collega ondernemer en, zoals hij hem zelf noemt, speciale vriend Mark Wieringa. Maar het heilige vuur brandde al sinds hij op zijn achttiende een dag met snelle auto’s mocht rijden bij Bleekemolens Race Planet. “Ik ben al van jongs af aan gek op racewagens. En dan bedoel ik auto’s met stickers. Geen sticker is voor mij geen raceauto. Een Lambo vind ik echt geen reet aan, anders dan dat die hard gaat. Dat is voor mij toch wat anders dan racen.”

Op zijn negenendertigste trok Marcel de stoute schoenen aan en schreef zich in voor een racecursus op Assen. “Mark en ik wilden eigenlijk samen gaan racen maar rijden nu tegen elkaar,” aldus van der Lyke, die vervolgens uitlegt dat de sfeer goed is bij de Zilhouettes. “Er is een enorme kameraadschap onderling en dat is voor mij super belangrijk. Als dat er niet is zou ik een stuk minder plezier aan het racen hebben. Op de baan willen we allemaal hard gaan en winnen, maar ook dan is er kameraadschap en respect voor elkaar. Maar het racen heeft mij ook samengebracht met klanten, zoals Jan Berry Drenth en Jack Hoekstra.” Waarna hij glunderend vertelt dat hij zelfs ooit een keer een pand heeft verkocht tijdens een raceweekend op het circuit.

Samen met een aantal collega Zilhouette-rijders maakte van der Lyke de stap om naast ACNN ook in de Supercar Challenge te gaan rijden. “Dat was best wel een grote stap en de beleving is heel anders. Bij de ACNN rij je allemaal in auto’s die gelijkwaardig zijn aan elkaar. Nu heb je ineens allemaal snelle auto’s om je heen. Dan moet je toch wel wat ervaring hebben om daar tussen te rijden,” zegt Marcel hierover. “En je rijdt op een aantal grote evenementen met veel publiek, prachtig. Het zijn wel lange weekenden soms maar we zijn met een leuke club en er wordt heel wat afgelachen. Daarnaast is alles gewoon goed geregeld.”

Over zijn eigen racecapaciteiten is de Groninger heel bescheiden. “De stopwatch liegt niet,” zegt van der Lyke in alle eerlijkheid over zijn talent. “Er is nog de nodige ruimte voor verbetering. Ik rij eigenlijk veel te netjes met de Zilhouette, die moet je eigenlijk wat meer rijden alsof je in een kart zit, wat agressiever. Daar laat ik nog wel wat liggen.” Dan vertelt hij hoe hij de combinatie Eau Rouge en Raidillon op Spa ervaart. “Wanneer je naar Eau Rouge toe rijdt ontstaat er een soort overcapaciteit in je brein. Er gebeuren lichamelijk en geestelijk zoveel dingen tegelijk en dat moet je allemaal verwerken. Olav Mol zei ooit: Max Verstappen heeft dat vermogen. En dat is wat hem zo snel maakt. Ik lift nog steeds een beetje en dat kost me tweeëneenhalve seconde op het rechte eind daarna. Maar dat gaat steeds beter en mijn rondetijd in de race was drie seconden sneller dan in de kwalificatie. Het is het gevoel dat je krijgt met de auto, de controle die je er over hebt. Geen excuses over motor of banden. Jij moet het doen.’’

Bij de ACNN was hij gewend op Assen en Zandvoort te rijden en nu komt hij ook op andere circuits, hoe ervaart hij dat? “Circuits die ik niet ken vind ik het mooist. Zo waren we dit jaar op Hockenheim en dan moet je zoeken hoe je waar moet rijden. Maar ik zou ook graag een keer op Silverstone willen rijden, want ik denk dat dit echt een circuit is waar de Zilhouettes heel goed kunnen gaan. Het is een echt racecircuit, net als Spa.”

Zij favoriete circuit voor dit seizoen Supercar Challenge is Zandvoort. “Het is een circuit dat me goed ligt en ik heb er al een keer gewonnen.” Maar hij ervaart het duinencircuit ook als tricky. “Bij de eerste race op Zandvoort crashte ik bij de Hans Ernst Bocht. De wagen brak ineens uit en ik kon hem niet meer houden, waardoor ik de vangrail in ging. Die zag ik even niet aankomen.” Maar in het algemeen hou ik van de technische circuits, die vind ik mooier. Voor mij zijn dat Zolder en Hockenheim. Assen en Spa zijn de circuits die mij wat minder liggen. Maar voorop blijft staan dat ik wil genieten van het racen. Je moet niet met een zure kop gaan rondlopen.”